Professionele autonomie wordt vaak beknot, terwijl ze met concrete, niet-bureaucratische oplossingen kunnen komen. ‘Geef ze dus de ruimte.’
28 maart 2023
Van de zeven rekstrategieën die ik ontwikkelde, is Pippi Langkousen veruit het meest populair. Niet alleen bij mensen die – net als ik – hun jeugdheldin graag in zichzelf terug willen zien, maar bij allerlei soorten professionals die snakken naar wat meer speling en speelsheid in hun dagelijkse werk.
Daarbij komt men steevast aanzetten met Pippi’s bekendste uitspraak ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!’. Pippi heeft dit overigens nooit letterlijk zo gezegd, maar de strekking van ‘durf iets te doen, wat je niet eerder deed’ spreekt veel mensen aan. En daarin moedig ik mensen ook graag aan, want als niemand nieuwe paden durft in te slaan, ontstaat er ook nooit innovatie (zie mijn eerdere column hierover).
Tegelijkertijd verbaas ik me erover dat organisaties mensen wel uitdagen om nieuwe wegen te verkennen, maar ze intussen amper ruimte geven om te doen waar ze al goed in zijn. Want hoewel we de mond vol hebben van professionele autonomie en zeggenschap op de werkvloer, overladen we professionals met minutieuze werkinstructies en dubbele controles. Hun professionaliteit wordt ingeperkt door gedetailleerde regels, waar ze niet van mogen afwijken. Bedoeld om te zorgen dat ze hun werkzaamheden uitvoeren op een specifieke manier, die vaak bedacht is door mensen die zelf geen professional zijn op dat gebied.
Huisartsen worden er gek van dat zorgverzekeraars op hun stoel gaan zitten bij de beoordeling van welk type incontinentieluiers of injectienaalden het beste is (lees: goedkoopste). Docenten worden tureluurs van alle registratieverplichtingen die sturen hoe ze les moeten geven. Beoordelaars van aanvragen voor uitkeringen, vergunningen en subsidies voelen zich beperkt om te kijken naar de mens tegenover hen, omdat ze strikte criteria moeten volgen, die lang niet altijd aansluiten bij de werkelijkheid zoals die voor hen zit. Hun professionele autonomie wordt niet benut, maar beknot. Iets waar Pippi heel opstandig van zou worden.
Begrijp me goed, werkinstructies, kwaliteitskaders en protocollen kunnen heel nuttig en prettig zijn om richting te geven en willekeur te voorkomen. Maar een verpleegkundige die al 20 jaar patiënten verzorgt hoef je echt niet voor te schrijven om op doorligwonden te checken. Mijn ervaring is dat professionals op de werkvloer heel goed weten wat er nodig is en hoe het beter kan. Als je hen vraagt hoe de kwaliteit of de veiligheid of de snelheid van beoordelen verhoogd kan worden, dan kunnen ze dat feilloos aangeven en komen ze met concrete, niet-bureaucratische oplossingen. Maar dan moeten ze daar wel de ruimte voor krijgen.
Pippi Langkous stond niet alleen te popelen om nieuwe dingen te proberen. Ze was vooral iemand die haar eigen regels maakte, gebruikmakend van haar eigen kennis en intuïtie. Dus de volgende keer dat je baas je probeert voort te schrijven hoe je iets moet doen, zeg je in Pippi stijl: ‘Ik heb het al vaak gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’
Deze column is verschenen op de website van Binnenlands bestuur.